Nl/Vlieghoogte
From FlightGear wiki
In de luchtvaart wordt de vlieghoogte (Engels altitude) aangegeven in voeten (1 ft =0,3048 meter). In vliegtuigen wordt de hoogte gemeten met een hoogtemeter (Eng. Altimeter). De werking daarvan is dezelfde als een aneroïde barometer, een luchtdichte trommel of doosje waarvan de vorm veranderd onder invloed van de luchtdruk. De mate van samendrukking van dit doosje wordt overgebracht op een wijzer. Hoe hoger het vliegtuig gaat, hoe minder de trommel wordt samengedrukt, omdat de luchtdruk bij toenemende hoogte afneemt. De hoogtemeter is erg gevoelig en de aangegeven vlieghoogte wordt ook sterk beïnvloed door het weer.
In tegenstelling tot hoogtemeters is de grondradar perfect geschikt voor het meten van hoogte boven het grondoppervlak zonder te worden beïnvloed door weersomstandigheden. De grondradar is daardoor zeer geschikt voor grondwaarschuwingssystemen.
In de communicatie met de luchtverkeersleiding (Eng. Air Traffic Control - ATC) worden twee typen van vlieghoogte gebruikt:
- onderste luchtruim: daadwerkelijke vlieghoogte (Engels: true altitude)
- bovenste luchtruim: vliegniveau/luchtlaag (Engels: flight level, afgekort FL)
Aangegeven vlieghoogte
- de door de hoogtemeter/altimeter aangeven hoogte (Eng. indicated altitude) De hoogtemeter kan worden ingesteld op 3 mogelijke referenties:
- naar QNH, wat resulteert in de aangegeven hoogte, die overeenkomt met de werkelijke hoogte (zie hieronder)
- naar de standaarddruk (29,92 "Hg of 1013,25 hPa) waardoor de hoogtemeter de drukhoogte (Eng. pressure altitude) laat zien. Deze configuratie mag alleen op grote hoogte worden gebruikt.
- naar de hoogte van het vliegveld; op het vliegveld zelf is de aangegeven hoogte 'nul'. Bij het vliegveld is de aangegeven hoogte de absolute hoogte (above ground level).
De instelling die je geacht wordt te gebruiken is afhankelijk van de lokale vliegvoorschriften.
QNH
QNH is een afkorting voor de "atmosferische luchtdruk op zeeniveau". Deze is noodzakelijk bij het starten of landen van een vliegtuig, waarbij het belangrijk dat de aangegeven hoogte (indicated altitude) zo nauwkeurig mogelijk is.
De afkorting QNH wordt in de volgende gevallen gebruikt:
- op verzoek van de piloot om de atmosferische luchtdruk op zeeniveau; in het antwoord zal de luchtverkeersleiding (ATC) QNH aanhalen gevolgd door de luchtdruk op zeeniveau
- in automatische weerrapportages via ATIS (Automatic Transmitter Identification System)
In het geval noch ATIS noch ATC beschikbaar is, kun je de QNH-waarde "op een weinig realistische manier" vinden via het tabblad "omgeving" > "weer" "Manual Configuration".
Mocht QNH niet beschikbaar zijn, maar ken je wel de QNH-waarde van het vliegveld van vertrek, stel de hoogtemeter dan daarop in. Het is ook mogelijk om de QNH-waarde te gebruiken van een nabijgelegen vliegveld.
Om een barometer (in dit geval jouw hoogtemeter) als een instrument te kunnen gebruiken om de hoogte te meten, moet het worden gecorrigeerd voor weersinvloeden. Voor dit doel heeft ieder vliegveld een nauwkeurig geijkte barometer. Door de aangegeven waarde van die barometer te combineren met de ware hoogte (true altitude) van het vliegveld, kan de barometrische druk op zeeniveau (Mean Sea Level), de QNH, worden berekend. Deze QNH zal via ATC en ATIS worden doorgeven zodat met die informatie de hoogtemeter in het vliegtuig kan worden gecorrigeerd voor weerinvloeden en wordt een hoogte dicht bij de ware hoogte (true altitude) van het vliegtuig weergegeven. Op deze manier is de aangegeven hoogte vrij nauwkeurig voor een bepaald gebied rond het vliegveld, althans zolang het weer stabiel blijft. Die nauwkeurigheid neemt steeds verder af, naarmate het vliegtuig verder verwijderd raakt van dat vliegveld.
Het is essentieel om de hoogtemeter op QNH in te stellen bij het gebruik van een hoogtekaart, zodat de aangegeven hoogte vergeleken kan worden met de hoogtes op de kaart. Dit is van bijzonder belang tijdens het naderen van een vliegveld. Er zijn dramatische ongelukken gebeurd, omdat piloten tijdens het dalen vlogen met Pressure altitude/drukhoogte in plaats van met de ware hoogte (true altitude), waardoor de hoogtekaart van het gebied bijna nutteloos is. In slecht zicht zijn bijv. ook bergen niet opgemerkt of bleek de grond hoger dan verwacht.
Drukhoogte/Pressure altitude
- Drukhoogte is de barometrische druk uitgedrukt in voeten (dit betekent tegelijkertijd wel dat jouw kostbare uitrusting in feite tot een barometer wordt gereduceerd)
- De hoogtemeter toont de drukhoogte, als deze op de standaarddruk wordt ingesteld: 29,92 Hg = 1013,25 hPa.
Het grote voordeel van het gebruik van de drukhoogte is dat de hoogtemeter, in tegenstelling tot het gebruik van de instelling via QNH niet steeds gecorrigeerd hoeft te worden. Vliegen twee vliegtuigen in het zelfde gebied op verschillende drukhoogte, dan verschilt ook hun vlieghoogte. Zouden zij gebruik maken van QNH, dan zou eerst moeten worden vastgesteld of beide vliegtuigen ook inderdaad dezelfde QNH-instellingen gebruiken, om er zeker van te kunnen zijn dat de afgelezen vlieghoogten ook werkelijk vergelijkbaar zijn.
Het probleem met drukhoogte is dat veranderende weersomstandigheden de luchtdruk laten variëren. Op die manier kun je er nooit zeker van wat de exacte vlieghoogte is. Dit maakt het erg gevaarlijk om drukhoogte te gebruiken op een lage vlieghoogte!
Omdat alle vliegtuigen in hetzelfde gebied hetzelfde effect van drukhoogteverschillen vervaren, vliegen ze ten opzichte van elkaar nog steeds op dezelfde hoogte.
Vlieghoogte op grotere hoogte (Engels: Flight level)
- De drukhoogte gedeeld door 100 wordt gedefinieerd als het vliegniveau: Flight level
Flight Level wordt in de VS boven de overgangshoogte (18.000 voet of 5500 meter) gebruikt, maar kan in de andere landen zo laag zijn als 3000 voet (910 meter) als er ten minste geen hoge bergen zijn. Wanneer de hoogtemeter op standaarddruk 18.000 ft aangeeft, dan wordt gezegd dat het vliegtuig op "Flight level 180" of FL180 zit.
Om de nodige verticale scheiding te waarborgen, moeten IFR piloten de hoogtemeter gebruiken. Het is niet toegestaan om de hoogte gemeten door GPS-systemen te gebruiken.
Dichtheidshoogte (Density altitude )
- Hoogte afgeleid van de luchtdichtheid
De luchtdichtheid wordt als enige niet gebruikt om de positie van het vliegtuig te bepalen. Ondertussen is de luchtdichtheid wel een belangrijke factor die bepaalt wat de prestaties van het vliegtuig/helikopter in bepaalde situaties zullen zijn.
Hoge temperaturen maken dat de lucht minder dicht zal zijn. De lagere luchtdichtheid maakt dat een vliegtuig tijdens de vlucht een lagere luchtweerstand (“drag”) ervaart (positief). Gelijktijdig neemt het motorvermogen af (de rotorbladen hebben minder effect en de motor krijgt minder zuurstof. Een lagere luchtweerstand maakt wel dat je sneller en efficiënter kunt vliegen, omdat minder motorvermogen wordt verspeeld door de luchtweerstand.
Lage temperaturen verhogen daarentegen de luchtdichtheid. Hierdoor heeft het vliegtuig tijdens de vlucht een hogere luchtweerstand (negatief), meer draagvermogen en meer motorvermogen (de rotorbladen hebben meer effect en de motor krijgt meer zuurstof). Tegenover deze positieve punten staat dat het vliegtuig langzamer zal gaan en meer brandstof zal verbruiken door de hogere luchtweerstand.
In FlightGear wordt de luchtdichtheid gesimuleerd zodat een helikopter op een heel warme dag niet van de grond zal komen en een zware Antonov onmogelijk zal kunnen vertrekken vanaf Mexico City. De dichtheidshoogte wordt afgeleid van de luchtdruk en de temperatuur. Hoe hoger de temperatuur, hoe lager de luchtdichtheid en hoe hoger de dichtheidshoogte (in vergelijking met de echte hoogte) (https://en.wikipedia.org/wiki/Density_altitude)
Algemene definities
Hoogte (Eng. Altitude#Height)
De verticale afstand tot een vastgesteld punt.
Ware hoogte (True altitude)
De hoogte boven zeeniveau (Above Mean Sea Level: AMSL)
Na het instellen van de hoogtemeter (altimeter) op QNH, komt de uitslag (indicated altitude) zeer dicht bij de ware hoogte.
Absolute hoogte (Absolute altitude)
De hoogte Altitude#Height recht boven het grondoppervlak (above ground level)
Grondradar en grondwaarnemingssystemen geven de absolute hoogte aan. Als de hoogtemeter, bij een positie op het het vliegveld, op nul wordt ingesteld dan zal de aangegeven hoogte de absolute hoogte aangeven.
FlightGear kent een “systeem” altitude en wel de ware hoogte (AMSL). Sommigen beschouwen dit als absolute hoogte (Altitude#Absolute_altitude wat theoretisch niet juist is.
Verhoging/hoogteverschillen (Elevation)
De ware hoogte (true altitude) of posities op de grond worden beschouwd als elevation. In vliegtermen hebben we het dan meestal over landingsbanen of bergtoppen.
Het is van absoluut belang om de exacte positie/hoogte van een landingsbaan te weten op het moment dat je daar naartoe vliegt. De beste bronnen om kennis te nemen van dit soort hoogteverschillen kun je vinden bij:
- Atlas levert adequate informatie op. Je moet wel de kleuren op de map juist kunnen interpreteren om iets over de hoogte te kunnen zeggen. Voor IFR (instrument flight rules) en vluchtplanning is Atlas niet geschikt.
- MPMap (=multiplayer) is een online hulpmiddel voor FlightGear dat accurate informatie levert over start- en landingsbanen inclusief hun hoogte.
- Airport Diagram Generator is een java toepassing die een pdf levert met informatie zoals een grafische voorstelling van de vliegveld lay-out, inclusief de hoogte.
- Websites die worden gebruikt voor echte vliegplanning. Een “probleem” daarbij is dat de echte landingsbaan niet altijd 100% gelijk is aan de landingsbaan in FlightGear. Overigens zijn ook niet alle start- en landingsbanen van FlightGear daarop terug te vinden (de FlightGear database is completer).
Het is jammer dat Kelpie dergelijke informatie niet levert.
Aanvullende informatie/definities
- De QFE is de druk die heerst op het officiële niveau van het vliegveld. De QFE kan worden gebruikt om een hoogtemeter van een luchtvaartuig af te stellen (Altitude#Absolute_altitude)
- De QNE is de echte hoogte van het vliegveld (boven zeenivau=AMSL).
- QFF: Luchtdruk op gemiddeld zeeniveau. Indien een barometer zich op enige hoogte onder of boven het gemiddelde zeeniveau bevindt, moet een hoogtecorrectie worden toegepast. Deze code wordt binnen FlightGear niet gebruikt.
- ISA-1: International Standard Atmosphere (https://en.wikipedia.org/wiki/International_Standard_Atmosphere). Dit levert een standaardmodel voor de verschillende lagen van de aardatmosfeer. Iedere laag heeft een kenmerkende temperatuur, druk, viscositeit en luchtdichtheid. Het is gebaseerd op gemiddelde waarden. Publicatie van ISO 2533:1975. Er is een Amerikaans model dat is opgesteld in overeenstemming met dit ISO-document, maar een hogere reikwijdte heeft.
- ISA-2: ICAO Standard Atmosphere: Zoals ISO-1, maar reikt verder en heeft licht afwijkende waarden. In de luchtvaart wordt dit document als standaard beschouwd voor het dagelijkse vliegbedrijf. Publicatie Doc 7488-CD.
- Attitude: Meestal wordt hier gerefereerd aan de hoek die de neus van het vliegtuig maakt in relatie tot de grond, maar er zijn ook andere definities.
- Ascend = klimmen = ga omhoog.
- Descend: dalen = ga omlaag.